19e eeuw: inleiding en vragen
De Romantiek (1800 - ...)
A. Inleiding
Waar in de verlichting het verstand centraal staat, draait in de Romantiek alles om het gevoel. Deze verschuiving kan verklaard worden uit enkele geschiedkundige gebeurtenissen: door de vele oorlogen die in de achttiende eeuw hebben plaatsgevonden staat Europa er rond 1800 een stuk minder goed voor dan honderd jaar daarvoor (de tijd van de zelfvoldane verlichtingsmensen). Er heerst veel armoede, en hongersnoden en natuurrampen treffen grote gedeelten van de bevolking. Het is logisch dat je, wanneer het goed gaat, dat aan jezelf dankt, en wanneer het slecht gaat, je het idee krijgt dat je toch niets aan de loop der dingen kunt veranderen. Wat dan overblijft, is je te laten meesleuren door je gevoelsleven, en lekker weg te dromen door over betere tijden en andere, paradijselijke oorden te fantaseren.
De onvrede met het leven wordt in het Duits aangegeven met de term Weltschmerz. De roman Het lijden van de jonge Werther, van de Duitse schrijver Goethe, geeft hiervan een prima voorbeeld: de hoofdpersoon treurt in het hele boek om zijn verloren geliefde, huilt om een geknakte boom en pleegt uiteindelijk zelfmoord.
Het wezenlijke kenmerk van de Romantiek is dus: onvrede met het hier en nu, en het verlangen te vluchten in iets dat op irrationele wijze wordt verheerlijkt. Dat 'iets' kan van alles zijn. Er zijn bijvoorbeeld romantische schrijvers die het verleden verheerlijken (de historische roman is populair in de negentiende eeuw). De roman Ivanhoe van de Engelsman Scott bijvoorbeeld lijkt erg op een middeleeuwse ridderroman. Ook er is ook een heropleving van de spirituele godsdienstbeleving, terwijl anderen juist hun heil zoeken in het gebruik van genotsmiddelen. Zo beschrijft de Fransman Baudelaire in Les fleurs du mal (De bloemen van het kwaad) het plezier in alles wat God verbiedt. Typisch romantisch is ook het ontstaan van spookverhalen: de horrorverhalen van Edgar Allen Poe, het verhaal over het monster van Frankenstein en de roman Dracula zijn allemaal ontstaan in de negentiende eeuw.
Zo zie je dat het begrip 'romantisch' over veel meer gaat dan over de liefde alleen: ook woeste natuur en dood fascineerden de romantici, terwijl weer andere romantici het meer in de humor zochten.
Zoals je merkt, zijn de hierboven gegeven voorbeelden allemaal uit andere landen afkomstig. Met name in Frankrijk en Duitsland heeft de Romantiek een enorme bloei doorgemaakt. Nederlanders zijn altijd al wat nuchterder geweest, en hier is de Romantiek dan ook niet echt aangeslagen. Waar men in andere landen vluchtte in grote gevoelens, werd in Nederland vooral de gezelligheid binnenshuis verheerlijkt, als reactie op onvrede met de maatschappelijke werkelijkheid.
Schrijvers als Hildebrand (Camera obscura), Klikspaan (Studenten-typen) en De Schoolmeester (Knittelverzen) schreven allemaal op ironische wijze over de alledaagse beslommeringen van typetjes die we allemaal kennen uit het normale leven. De Nederlandse romantiek is dus niet zozeer een vlucht in de grote gevoelens, maar meer een vlucht in de kneuterigheid. Bij twee negentiende-eeuwse schrijvers gaat het gevoel echter verder, en bij alle twee lijkt de Romantiek niet alleen hun werk te betreffen maar ook het karakter en de levensstijl van de maker van datzelfde werk: Piet Paaltjens en Multatuli zijn onze 'echte' romantici bij uitstek.
Piet Paaltjens heet eigenlijk Francois Haverschmidt. Net als Hildebrand, Klikspaan en De Schoolmeester was deze schrijver eigenlijk een dominee, die in zijn studententijd humoristisch werk geschreven heeft. Haverschmidt gaf zijn gedichten uit onder de naam Paaltjens in de bundel Snikken en grimlachjes (met een r!), en deed alsof Paaltjens een bekende van hem was, die zelfmoord had gepleegd. Dat klonk heel aannemelijk, want de gedichten van Paaltjens zijn niet alleen grappig, maar hebben ook een erg sombere ondertoon. De zwartgallige humor was voor Paaltjens (Haverschmidt) een manier om het lijden draaglijk te maken. Een van zijn bekendste gedichten is Aan Rika, en gaat over een wel zeer extreme vorm van liefde op het eerste gezicht: de ikfiguur wordt verliefd op een meisje dat in een passerende trein zit! Zijn liefde wordt zo hevig dat hij ernaar verlangt om samen met haar onder een trein verplet te worden.
Dit doodsverlangen is een typisch romantisch motief en loopt als een rode draad door de bundel. Uiteindelijk zou de echte Haverschmidt het leven ook niet meer aankunnen, en zich ophangen aan een gordijnroede.
Een heel ander verhaal is Multatuli (Latijn voor: Ik heb veel leed gedragen). Multatuli heette eigenlijk Eduard Douwes Dekker, en hij was namens de Nederlandse regering 'assistent-resident' in Nederlands-Indië (het huidige Indonesië). Dekker trok zich het lot van de arme inlandse boeren erg aan, en kon niet toezien hoe zij werden uitgebuit door de inlandse regent (een soort middeleeuwse vorst) met wie hij moest samenwerken. Hij eiste daarom dat deze regent zou worden weggestuurd maar de Nederlandse overheid had geen zin in problemen met het inlandse bestuur. De enige zorg van Nederland was immers: goede contacten houden met Nederlands-Indië, zodat het goedkoop producten uit dat land kon afnemen. In plaats van de regent, werd daarom Dekker zelf weggestuurd. Dekker maakte zich zo boos over de hypocrisie van ons land (een 'roofstaat', noemde hij het) dat hij in - misschien wel bekendste boek uit de Nederlandse literatuur - Max Havelaar de hele geschiedenis, op zeer ingewikkelde wijze, uit de doeken deed. Aan het eind van de roman richt hij zich direct tegen Koning Willem 111. Natuurlijk reserveert hij voor zichzelf in deze roman een plaats als de grote held: een strijder tegen het kwaad, met het hart op de goede plek.
In deze zelfverheerlijking, en ook in de vele natuurbeschrijvingen is Multatuli een echte romanticus, maar in zijn sociale en politieke betrokkenheid en in de analyse van de Nederlandse koopmansmentaliteit herkennen we eveneens de verlichte mens Multatuli. De ironie is dat het boek door velen is geprezen om zijn mooie vorm; de inhoud, waar het hem om te doen was, liet de negentiende-eeuwse mens betrekkelijk koud.
Zoals uit het stuk over Multatuli is gebleken, is het Verlichtingsdenken nooit verdwenen. Het is dus fout om te stellen dat de Romantiek een einde aan de Verlichting heeft gemaakt. Beide stromingen leven voort tot en met vandaag. Wel mag men stellen dat in de wereld van de politiek en de wetenschap het verlichtingsdenken domineert en in de wereld van de kunst de romantiek de boventoon voert.
B. Vragen over de negentiende eeuw
De vragen zijn gegroepeerd rond de thema`s van de site www.literatuurgeschiedenis.nl . In deze site gaat het hier om De negentiende eeuw in 15 hoofdstukken. Let op: onder elk hoofdstuk staan links naar speciale onderwerpen, ook die heb je vaak nodig! De titels van de hoofdstukken staan telkens boven de desbetreffende vragen.
De romantiek in Nederland
1. Welke vier begrippen kenmerken de Romantiek?
2. Wat moest poëzie volgens Bilderdijk zijn?
3. Door welke buitenlandse auteur werd de historische roman opnieuw ingevoerd?
4. Noem twee ontwikkelingen in het verhalend werk van Jacob van Lennep.
5. Noem drie schrijvende studenten uit de romantiek met hun pseudoniem.
Terug naar de realiteit
6. Welke aspect van de Nederlandse volksaard stelt Beets in zijn Camera Obscura aan de kaak?
7. Welke ontwikkeling vindt er omstreeks 1840 plaats in de Nederlandse literatuur?
8. Omstreeks 1840 wordt in de letterkunde de beschrijving van de realiteit idealistisch. Wat bedoelt men daarmee?
9. In welke twee periodes kunnen we het Nederlandse realisme uit de 19e eeuw verdelen? Geef bij iedere periode een schrijver die ertoe gerekend kan worden.
10. Vergelijk de Camera Obcura met de hedendaagse reality soap op de tv. Noem drie overeenkomsten.
11. Wat is de beste titel voor het bekendste boek van Beets: Camera Obscura of Dagerrotypen? Licht je antwoord toe.
12. Welke doelstelling had Potgieter met De Gids?
13. Wat is het principiële verschil tussen de werkelijkheid van de fotografie en die van de impressionisten en expressionisten?
Humor in letterland
14. De manier waarop De Génestet spreekt over het dichterschap heeft ook romantische trekjes. Noem er twee.
15. Geef aan in hoeverre er een samenhang bestaat tussen humor en romantiek uit de 19e eeuw.
16. Multatuli introduceert een type, passend in de humorcultus van de 19e eeuw, in Max Havelaar. Wie is deze figuur en wat maakt hem tot zulk een komisch type?
17. Onder welk pseudoniem schreef de 19eeeuwse humoristische schrijver Gerrit van der Linde?
18. Behalve de lach beoogde de 19eeeuwse schrijver De Schoolmeester ook nog een geheel ander doel met zijn komische stukken. Welk?
Dat bliksems knappe boek: Max Havelaar
19. Wat bekritiseerde Multatuli in het boek Max Havelaar?
20. Welke problemen waren er aanvankelijk bij het uitgeven van Max Havelaar?
21. Met welk Amerikaans sociaalkritisch boek kun je Max Havelaar van Multatuli vergelijken? Wat is het punt van overeenkomst?
22. Op welke manieren past het boek Max Havelaar in de periode van de romantiek (4x)?
23. Hoe werd het boek Max Havelaar ontvangen (3x)?
Tachtig: de beuk erin
24. Na 1880 komt een nieuwe groep schrijvers op. Hoe heet die groep schrijvers?
25. Wat is de naam van het tijdschrift dat de Tachtigers oprichtten?
26. De Nieuwe Gids heeft een revolutie ontketend in de Nederlandse literatuur. Licht dit toe.
27. Waarom zijn de Tachtigers van grote invloed geweest (geef twee redenen)?
28. Schrijf een synoniem op voor ‘De Tachtigers’.
29. Wat is volgens Kloos ‘literatuur’?
Literatuur als wetenschap
30. Waar en wanneer ontstond het naturalisme?
31. Wie beschouwden het schrijven van een roman als een wetenschappelijk experiment? (2x)
32. De naturalisten namen de ideeën van Hippolyte Taine over. Volgens deze filosoof wordt de ontwikkeling van een mens bepaald door drie factoren. Welke zijn dat?
33. In Een nagelaten bekentenis en Juffrouw Lina van Marcellus Emants zijn alle kenmerken van het naturalisme aanwezig. Noem er vijf.
34. Welke roman kreeg een storm van kritiek over zich vanwege de openlijke beschrijving van seksualiteit? Noem ook de naam van de auteur.
De hele mensheid
35. Tussen welke twee groepen kunstenaars/schrijvers rond De Nieuwe Gids ontstond er een debat in 1890?
36. Van welk verschijnsel in de kunst was het gebouw voor de vakbond van diamantbewerkers een voorbeeld? Licht kort toe.
37. Hoe werd Mei van Gorter door tijdgenoten beschouwd en waarom?
38. Van welke richting in de dichtkunst werd de bundel Verzen (Gorter) als een hoogtepunt beschouwd? Wat hield die richting in?
39. Wie schreef Van de koele meren des doods en wat maakte dit boek voor de lezers rond 1900 onverteerbaar?
Godsdienst uit de literatuur
40. Waardoor kwam het dat de literatuur in Nederland in de tweede helft van de 19e eeuw niet meer vanzelfsprekend godsdienstig was?
41. Waardoor zaaiden de geologen twijfel in gelovig Nederland?
42. Waardoor zaaiden de natuurkundigen twijfel in gelovig Nederland?
43. Vergelijk de opvattingen over het geloof van Van Alphen en Multatuli met elkaar.
44. Hoe stond De Génestet tegenover het geloof?
45. Hoe dachten de modernisten over het geloof? Motiveer je antwoord.
46. Noem drie predikant-schrijvers die zich niet konden verenigen met de traditionele kerkelijke opvattingen.
47. Hoe probeerde de dominee-dichter J.J.L. ten Kate wetenschap en geloof te verbinden?
Het boze oog van de kritiek
48. Welke metamorfose onderging de literaire kritiek in de 19e eeuw?
49. Wie was de meest gevreesde criticus uit de 19e eeuw?
50. Wat was de bijnaam van De Gids; waarom werd dit blad zo genoemd?
51. Welke bedoeling hadden Potgieter en Bakhuizen van den Brink met hun kritiek?
52. Waardoor kwam Busken Huet in moeilijkheden?
53. Welke politieke en letterkundige ideeën/idealen had Potgieter?
54. Welke bedoeling had Potgieter met zijn Jan, Jannetje en hun jongste kind?
55. Wat verstaan we onder een Jan Salie-geest?
Gemor in de marge
57. Waarop was in de eerste decennia van de negentiende eeuw de poëzie gericht?
58. Welk tijdschrift publiceerde nationalistische literatuur?
59. Welke twee schrijvers wilden verandering brengen in de burgerlijke literatuur van de eerste decennia van de negentiende eeuw?
60. Welke doelstelling hadden Bilderdijk en Da Costa met hun poëzie?
61. Met welke middelen bestreden Wap en Van der Hoop de burgerlijke poëzie van hun tijd?
62. Welke politieke gebeurtenis in de eerste helft van de negentiende eeuw was fnuikend voor de vernieuwing in de literatuur en bevestigde de nationalistische dichters?
63. Laat zien dat Bilderdijk een veelzijdig mens was.
64. Welke politieke stellingname bracht Bilderdijk in aanraking met buitenlandse literatuur?
65. Welke opvattingen had Bilderdijk over literatuur?
66. Naast het gevoelige heeft Bilderdijk nog andere romantische trekken. Noem er twee.
Jong Holland
67. Welke twee literaire voorbeelden met romantische kenmerken waren er rond 1830 voor de Leidse studenten ?
68. Van welke literaire kring waren Beets, Kneppelhout en Hasebroek lid? Wat was het doel van die kring?
69. Welke uitgave had Beets volgens zijn vader beter niet kunnen verzorgen? Waarom niet?
70. Welk literair tijdschrift werd rond 1830 in Amsterdam uitgebracht? Door welke drie redacteuren?
71. Wat was bijzonder aan De Gids?
72. Wat is het uitgangspunt van het tijdschrift De Gids?
73. Welke rol speelt het verleden in De Gids?
74. Noem drie schrijvers uit verschillende groeperingen die behoren tot Jong Holland.
75. Wat voor man was Jacob van Lennep? Noem minsten vier bezigheden van hem.
76. Welke drie ontwikkelingen zien we in het literaire werk van Van Lennep?
Literatuur als politiek
77. Breng de controverse tussen patriotten en orangisten in verband met de verlichting.
78. Wat vond Pieter van Woensel aanvankelijk van de Franse invasie in Nederland en wat vond hij er later van?
79. In welke positie verkeerde Nederland in 1810-1813 en hoe was het toen gesteld met de vrijheid van meningsuiting?
80. Wat was het onderwerp van het bekendste dichtwerk van J.F. Helmers? Welke aanvaringen met de autoriteiten leverde dat werk op en waarom?
81. Hoe zag Helmers in zijn bekendste dichtwerk, De Hollandse Natie, de zeventiende eeuw? En welke rol krijgt Vondel bij hem? Licht toe.
82. Welk tijdschrift gaf Pieter van Woensel uit en wat wilde hij daarmee bereiken?
83. Welke moderne onderwerpen stelde Pieter van Woensel zoal aan de orde? Noem er drie.
84. Hoe kwam het dat Pieter van Woensel zo relativerend kon schrijven over de Nederlandse samenleving?
Vlaams nationalisme
85. Wat gebeurde er na de val van Napoleon met Vlaanderen?
86. Wat deed koning Willem I voor Vlaanderen en wat was het resultaat?
87. Wat veranderde er in de 19e eeuw in de Vlaamse literatuur? Hoe wordt deze verandering genoemd?
88. Noem drie activiteiten/eigenschappen van Jan Frans Willems.
89. Wie werd de bekendste dichter van de Gentse flaminganten? Welk werk van hem was vooral van belang?
90. In welke opzichten was in de negentiende eeuw de literaire groep uit Antwerpen anders dan die uit Gent? (3x)
91. Wat was het bekendste boek van Conscience? Typeer het.
92. Wat voor nut zagen de voorstanders van het Vlaams in de boeken van Conscience?