Spelling Zelfstandige naamwoorden: Bezitsvormen en meervouden, verkleinwoorden.

 

Bezitsvormen

Schrijf de bezits-s aan het grondwoord vast als die 
combinatie niet verkeerd kan worden uitgesproken.
• het woord eindigt op een medeklinker: Joliens tas, 
niemands knecht, Piets pan, vaders jas
• het woord eindigt op een niet-uitgesproken mede- 
klinker : Delvauxs oeuvre, Rogers fiets, Sarahs jurk
• het woord eindigt op een toonloze /e/, zoals in de: 
Belgiës troeven, tantes theekransje
• het woord eindigt op een combinatie van klinker- 
tekens die tot dezelfde lettergreep behoren: Disneys 
meesterwerk, Dubais haven, 
• het woord eindigt op -é: Andrés lied
Schrijf een apostrof voor de bezits-s als de combinatie 
zonder apostrof verkeerd kan worden uitgesproken. 
Dat is het geval als het woord eindigt op een lettergreep 
met een enkele a, e (als /ee/ uitgesproken), i, o, u of y.
baby’s nieuwe kleertjes, Chloë’s kudde, Dalí’s snor, ma’s 
goede raad, Manu’s offerte, Mia’s succes, Pele’s dribbel, 
Romeo’s liefde, Yoko’s stem
Laat de bezits-s weg en schrijf een apostrof als het 
grondwoord eindigt op een sisklank (/s/, /z/, /sj/, /zj/) 
of een niet-uitgesproken s
• het woord eindigt in de uitspraak op /s/, /z/, /sj/ of 
/zj/: Felix’ zoon, Flash’ ruimteschip, Iljitsj’ noodlottige 
einde, Inez’ kind, Joyce’ boeken, Mulisch’ boek, Peruzovic’ 
elftal, Wannes’ lied
• het woord eindigt op een niet-uitgesproken s: 
Jacques’ baard, Louis’ hond

Meervouden

Schrijf de meervoudsuitgang aan het grondwoord 
vast als die combinatie niet verkeerd kan worden 
uitgesproken. Pas waar nodig de regels voor de spelling 
van klinkers en medeklinkers toe. 
• het woord eindigt op een medeklinker: clubs, 
handen, Hunnen, lasers, leraren, sokken 
• het woord eindigt op een niet-uitgesproken mede- 
klinker: ayatollahs, de Dutrouxs
• het woord eindigt op een toonloze /e/, zoals in de: 
campagnes, lentes, weiden
• het woord eindigt op een combinatie van klinker- 
tekens die tot dezelfde lettergreep behoren: bonsais, 
cowboys, hindoes, koffies, logees, niveaus
• het woord eindigt op é: cafés, logés 
Schrijf een apostrof voor de meervoudsuitgang als 
de combinatie zonder apostrof verkeerd kan worden 
uitgesproken. Dat is het geval als het woord eindigt op 
een lettergreep met een enkele a, e (als /ee/ uitgesproken), 
i, o, u of y.
accu’s, de Allende’s, auto’s, duo’s, hobby’s, opa’s, petunia’s, 
taxi’s
Schrijf een apostrof voor de meervoudsuitgang van 
een cijfer, initiaalwoord, losse letter of symbool.  
a’s, A4’s, &’en, gsm’s, pc’s
 

 

 

Verkleinwoorden

Van veel zelfstandige naamwoorden kunnen we een verkleinwoord* maken met een achtervoegsel* -je, -tje, -etje of -pje. Dat schrijven we vast aan het grondwoord*.

mens - mensje

cognac - cognacje

touw - touwtje

zee - zeetje

aardbei - aardbeitje

souvenir - souvenirtje

kan - kannetje

koek - koekje

probleem - probleempje

 

Als het grondwoord eindigt op de klank /ng/, geschreven als -ng, eindigt het verkleinwoord op ­-kje of -etje.

camping - campinkje

leerling - leerlingetje

In de lettergreep* voor -etje passen we de regels voor de verdubbeling van medeklinkers* toe.

bal - balletje

bon - bonnetje

big - biggetje

Sommige woorden hebben twee verkleinvormen, soms met een betekenisverschil.

bloem - bloemetje, bloempje

pop - poppetje, popje

Soms heeft het grondwoord twee varianten, en daardoor twee verkleinvormen.

heg, hegge - hegje, heggetje

Het verkleinwoord van jongen is jongetje.

 

Als het grondwoord eindigt op een lange klinker, of als het van vreemde oorsprong is, kunnen zich spellingproblemen voordoen. Daar zijn bijzondere regels voor.

Als het grondwoord eindigt op een lange klinker die met één klinkerteken geschreven wordt, dan voegen we een klinkerteken toe in het verkleinwoord.

De lange /aa/, /ee/, /oo/ en /uu/ worden geschreven als aa, ee, oo, uu. De lange /ee/, geschreven als é, verliest het accent en wordt ee. De lange /ie/, geschreven als i, wordt ie.

oma - omaatje

café - cafeetje

taxi - taxietje

auto - autootje

paraplu - parapluutje

Als het grondwoord eindigt op een u (uitgesproken als /oe/) of een y (na een medeklinker en uitgesproken als /ie/) of /aai/, dan gebruiken we een apostrof in het verkleinwoord.

tiramisu - tiramisu'tje

baby - baby'tje

Maar geen apostrof in jockey - jockeytje.