Rijm

 

Rijm is overeenkomst in klank in beklemtoonde lettergrepen bij niet te ver uiteen staande woorden.

We onderscheiden verschillende soorten rijm:

 

alliteratie 

Beginrijm: de eerste klank(en) van beklemtoonde lettergrepen van woorden  die bij elkaar staan rijmen op elkaar.       

                                 

't Was bladstil, en een lauwe loomheid lag                       De koelies kermen op de zwarte kaden

En woog op beemd en dorre wei, die dorstten;                Onder de Zuidchinese zomerzon,

Zwaar zeeg en zonder licht een vale dag                         Met plompe zak of zware ton beladen

Uit wolken, die gezwollen onweer torsten.                       Eenzelfde zang van Sjanghai tot Kanton.

         (Jacques Perk)                                                                (J.J. Slauerhoff)

 

assonantie / klinkerrijm

Alleen de klinkers van de beklemtoonde lettergrepen rijmen op elkaar, niet de daaropvolgende

 

volrijm

De beklemtoonde klinkers plus de daarop volgende medeklinkers rijmen op elkaar: deur/geur; komen/dromen.

 

rijk rijm

Rijmvorm waarbij het rijmwoord in zijn geheel herhaald wordt. Vaak heeft rijk rijm iets (bedoeld) onbeholpens / knulligs. Het is een rijmsoort die misschien beter arm rijm genoemd zou kunnen worden, daar het eindrijm betreft, bestaande uit dezelfde rijmwoorden.

 

Toen die ziek was van het zwelgen

Toen die dol van vrijheid was,

Brulde ie een lijzig liedje,

Dat al uit de mode was.

binnenrijm

Rijm binnen de versregel; zowel volrijm als (mede)klinkerrijm kunnen als binnenrijm optreden.

 

Lang  rolt, een bol van klank, de knal van 't schot

Bonzend van wand tot wand, 't gebergte rond:

Het dier, door 't vals onzichtbare gewond,

Kruipt, om de rand, in scheef verlichte grot;                             (J.A. dèr Mouw)

 

middenrijm

In het midden van twee opeenvolgende versregels rijmen de woorden op elkaar.

 

Ten syn de Joden niet, Heer Jesu, die u cruysten,

Noch die verradelyck u togen voort gericht,

Noch die versmadelyck u spogen int gesicht,

Noch die u knevelden en stieten u vol puysten.                          (Jacob Revius)

 

eindrijm

Rijm aan het eind van de versregels.

 

Als de woorden die aan het eind van de versregel staan op elkaar rijmen, spreken we van eindrijm. innen eindrijm onderscheiden we een aantal rijmschema’s. Iedere rijmklank wordt weergegeven door een hoofdletter. Een nieuwe rijmklank krijgt een volgende letter.

 

            Gepaard rijm:               AABB CCDD

            Gekruist rijm :               ABAB CDCD

            Omarmend rijm:           ABBA CDDC

            Slagrijm:                      AAAAAA

 

Gepaard rijm

Rijmschema aabb

 

Waarde vriend het is hier prachtig

de koeien zijn ontroerend drachtig

de spoorlijn loopt dwars door het dal

een vrouw beheert de waterval                                     (Bergman)

 

gekruist rijm

Rijmschema a b a b

 

't Was bladstil, en een lauwe loomheid lag                                

En woog op beemd en dorre wei, die dorstten;                         

Zwaar zeeg en zonder licht een vale dag                                                                                 

Uit wolken, die gezwollen onweer torsten                                 (Jacques Perk)                                                                          

De koelies kermen op de zwarte kaden

Onder de Zuidchinese zomerzon

Met plompe zak of zware ton beladen,

Eenzelfde zang van Sjanghai tot Kanton.                                   (J.J. Slauerhoff)

omarmend rijm

Rijmschema a b b a               

 

Ik droeg nog kleine kleren, en ik lag

Languit met moeder in de warme hei,

De wolken schoven boven ons voorbij

en moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.                                 (Martinus Nijhoff)

 

gebroken rijm

Rijmschema a b c b  of  a b a c

 

 

Zo'n jongen nou als Piet,

een intellectueel,

hij had niet zoveel eisen,

hij wou niet eens zoveel,

gewoon een beetje trekken,

de Balkan door of zo,

of een keer met een vrachtschip

naar de Golf van Mexico.

Maar Ansje z'n verloofde,

die zei: Da's niks gedaan.

Je moet solliciteren.

Hier staat een goeie baan.

 

(Annie M.G. Schmidt)

 

slagrijm

Rijmschema a a a a etc.

 

Een zekere Achmat

Een zekere Achmat in Bagdad

Lag plat met z'n gat op z'n badmat.

Zo las hij z'n dagblad

En iedereen zag dat,

't Is raar, maar in Bagdad daar mag dat!                        (Alex van der Heide)

 

enjambement

De ene versregel loopt zonder pauze in de volgende over. Enjambementen zijn het meest opvallend als de spanning tussen versregel en zinsbouw het grootst is; dat is het geval wanneer het laatste woord (of zinsdeel) van de ene regel grammaticaal nauw aansluit bij het eerste woord (of zinsdeel) van de volgende regel.

 

 

De dwangarbeiders

De koelies kermen op de zwarte kaden

Onder de Zuidchinese zomerzon,

Met plompe zak of zware ton beladen

Eenzelfde zang van Sjanghai tot Kanton.

 

Zij zijn maatvast en doen de laadstok deinen,

Het ritme van hun draftred doet 't gewicht

Half zweven door de lucht, de schouderpijnen

Zijn minder onverdraaglijk,bijna licht...                           

 

(J.J. Slauerhoff)