Spelling Werkwoorden
Stam
Voor de vervoeging van de werkwoorden gaan we uit van de
stam.De stam van een werkwoord is de vorm die we horen
als we de uitgang -en (soms -n) van de infinitief weglaten.
Als we de stam schrijven, passen we waar nodig de
regels voor de spelling van klinkers en medeklinkers toe.
• -en valt weg: antwoorden - antwoord, douchen - douch,
dromen - droom, hakken - hak, komen - kom (lange /oo/
wordt kort), meppen - mep, poetsen - poets, schrobben
- schrob, skiën - ski, sleeën - slee, straffen - straf, taxiën
- taxi, vegen - veeg, verhuizen - verhuis, wandelen -
wandel, zeven - zeef
• -n valt weg: doen - doe, gaan - ga, oliën - olie, zien - zie
Tegenwoordige tijd
Gebruik voor de eerste persoon enkelvoud de stam.
ik antwoord, ik dweil, ik hark, ik word
Gebruik voor de tweede en derde persoon enkelvoud
de stam + t. Pas waar nodig de regels voor de spelling van
klinkers en medeklinkers toe.
jij antwoordt, jij dweilt, jij gaat, het gebeurt, zij harkt, u kaart,
u laat, hij schrobt, hij skiet, het vliegtuig taxiet, hij verhuist,
dat verkleurt, hij wordt, wordt u, u zeeft
MAAR: Schrijf geen -t als het werkwoord voor het
onderwerp je of jij staat.
zonder -t
antwoord jij - Antwoord je op alle vragen? - hark jij
toch met -t
Wordt je zoon ziek? (niet je maar je zoon is onderwerp in
deze zin)
Gebruik voor de eerste, tweede en derde persoon
meervoud de stam + en (of n). Dat is dezelfde vorm als
de infinitief.
wij antwoorden, wij doen, jullie dweilen, wij harken, zij
worden, zij zien
Verleden tijd
In de verleden tijd is er een onderscheid tussen regelmatige en
onregelmatige werkwoorden. Werkwoorden zijn regelmatig als
ze in de verleden tijd dezelfde stam hebben als in de tegenwoordige
tijd (dweil - dweilde, hark - harkte). Ze zijn onregelmatig als
klinkers of medeklinkers veranderen, waardoor er een aparte
stam voor de verleden tijd is (vraag - vroeg, denk - dacht). Voor
de vorm van die verledentijdsstam zijn geen sluitende regels te
geven.
Voeg bij een regelmatig werkwoord -te(n) aan de stam
toe als de eindklank van de stam een van de stemloze
medeklinkers van ‘t kofschip (/t/, /k/, /f/, /s/, /ch/, /p/) of
de stemloze medeklinker /sj/, zoals in lunchen, is. Voeg
in de andere gevallen -de(n) toe.
met -te(n)
ik blafte, ik harkte, jij kaartte, jij kuchte, ze lunchte, hij
poetste, zij ritste, wij trapten
met -de(n)
ik antwoordde, jij dweilde, jij fondude, hij gromde, hij
schrobde, hij skiede, wij taxieden, zij verhuisden, zij zeefden
Gebruik bij een onregelmatig werkwoord voor het
enkelvoud de verledentijdsstam. Voeg voor het meervoud
-en aan die stam toe. Bij de in de standaardtaal
weinig geschreven vormen ge en gij krijgt het werkwoord
de uitgang -t.
• ik bad, ik dacht, jij kocht, u kwam, hij sprak, hij zweeg, wij
dachten, jullie kochten, zij zwegen
• met lange /aa/ in de meervoudsvorm: wij baden,
jullie kwamen, zij spraken
Voltooid deelwoord
Bij het voltooid deelwoord is er zoals in de verleden tijd een
onderscheid tussen regelmatige en onregelmatige werkwoorden.
Voltooide deelwoorden van onregelmatige werkwoorden
hebben meestal dezelfde klinker- en medeklinkerwisselingen als
in de verledentijdsstam (gezocht), maar eindigen in veel gevallen
niet op -t of -d, maar op -en (gelopen, gevonden). Voor de vorm
van die voltooide deelwoorden zijn geen sluitende regels te
geven.
Voeg bij regelmatige werkwoorden de uitgang -t aan
de stam toe als de verleden tijd eindigt op -te(n).
Voeg de uitgang -d toe als de verleden tijd eindigt op
-de(n).
met -t
ik heb geharkt (zoals harkte), ik heb gekaart (zoals kaartte),
ik heb bestraft (zoals bestrafte)
met -d
dat is gebeurd (zoals gebeurde), ik heb gedweild (zoals
dweilde), ik heb gekrabd (zoals krabde), ik heb geskied (zoals
skiede), dat is verkleurd (zoals verkleurde)
Verbuig een voltooid deelwoord zoals een bijvoeglijk
naamwoord als het bijvoeglijk wordt gebruikt. Dus voeg een -e toe na t of d.
Pas waar nodig de regels voor de spelling van klinkers en
medeklinkers toe.
de bezette stad, de gedweilde vloer, de geklede man, de
ontblote rug, het verwachte kind
Een voltooid deelwoord dat eindigt op n krijgt geen verbuigings -e.
Maar: gedane zaken.
Gebiedende wijs
Gebruik de stam van het werkwoord. De meervoudsvorm
stam + t komt alleen nog voor in vaste verbindingen.
• Ga naar huis. - Word vandaag nog lid. - Leid je ploeg naar
de top. - Meld u morgen aan.
• Komt allen tezamen. - Bezint eer ge begint.
Gebruik de vorm van de tegenwoordige tijd als het
onderwerp van de gebiedende wijs is uitgedrukt.
Meldt u zich morgen aan. - Kom jij eens hier.
Engelse werkwoorden
HOOFDREGEL 1: De stam van een Engels werkwoord is
in het Nederlands gelijk aan de stam van het oorspronkelijke
Engelse werkwoord. Behoud de e in de
spelling van de stam als de Engelse stam eindigt op -e.
cruise, delete, fax, lease, outsource, save, shampoo, upgrade
UITZONDERING 1: Schrijf een enkele medeklinker als
de Engelse stam eindigt op een dubbele medeklinker.
flos (Eng. floss), gril (Eng. grill), volleybal (afgeleid van het
Engelse zelfstandig naamwoord volleyball)
MAAR: Behoud de dubbele medeklinker als de voorafgaande
klinker op zijn Engels wordt uitgesproken.
baseball (afgeleid van het Engelse zelfstandig naamwoord
baseball), pass (Eng. pass)
UITZONDERING 2: Verdubbel de o en verwijder de
eind-e als de Engelse stam in de laatste uitgesproken
lettergreep een lange /oo/ heeft.
scoor (Eng. score), promoot (Eng. promote)
UITZONDERING 3: Schrijf -el als de Engelse stam eindigt
op -le.
googel (Eng. google), scrabbel (Eng. scrabble)
HOOFDREGEL 2: Vervoeg Engelse werkwoorden zoals
regelmatige Nederlandse werkwoorden.
- ik barbecue, jij barbecuet, wij barbecueën, hij barbecuede,
zij hebben gebarbecued
- ik fax, jij faxt, wij faxen, hij faxte, zij hebben gefaxt
- ik lobby, jij lobbyt, wij lobbyen, hij lobbyde, zij hebben
gelobbyd
- ik spray, jij sprayt, wij sprayen, hij sprayde, zij hebben
gesprayd
- ik upgrade, jij upgradet (/upgreet/), wij upgraden, hij
upgradede (/upgreede/), zij hebben geüpgraded
(/ge·upgreet/)
- ik volleybal, jij volleybalt, wij volleyballen, hij volleybalde,
zij hebben gevolleybald
- ik baseball, jij baseballt, wij baseballen, hij baseballde, zij
hebben gebaseballd
- ik googel, jij googelt, wij googelen, hij googelde, zij heb-
ben gegoogeld
- ik scoor, jij scoort, wij scoren, hij scoorde, zij hebben
gescoord
Als de eindmedeklinker van de stam zowel stemloos
als stemhebbend kan worden uitgesproken, is in de
verleden tijd en het voltooid deelwoord zowel de
vorm met -t als die met -d correct.
- ik bridge, wij bridgeten/bridgeden, wij hebben gebridget/
gebridged
- ik brief, wij brieften/briefden, wij hebben gebrieft/
gebriefd
- ik cruise, wij cruiseten/cruiseden, wij hebben gecruiset/
gecruised
- ik golf, wij golften/golfden, wij hebben gegolft/gegolfd
- ik house, wij houseten/houseden, wij hebben gehouset/
gehoused
- ik lease, wij leaseten/leaseden, wij hebben geleaset/
geleased