Spelling Klinkers

Klinkers

Enkele of dubbele klinker

Schrijf de lange klinkers /aa/, /ee/, /oo/ en /uu/ in een
gesloten lettergreep dubbel en in een open lettergreep
enkel. Voor de lange klinker /ie/ geldt deze regel
slechts gedeeltelijk. In een gesloten lettergreep schrijven
we altijd -ie-, behalve in het achtervoegsel -isch. In een
open lettergreep komt naast de spelling -i- ook vaak de
spelling -ie- voor. Hiervoor zijn geen sluitende regels.

 Voor de lange /aa/, /ee/, /oo/ en /uu/ gelden de onderstaande
uitzonderingsregels.

• baas - bazen, heel - helen, koor - koren, stuur - sturen

• /ie/ in gesloten lettergreep: fiets, lief, niet, naast
praktisch

• /ie/ in open lettergreep: figuur, gitaar, juli, ski, taxi,
naast die, gieter, olie, skiester, spiegel

Schrijf de lange klinker /ee/ dubbel aan het einde van
inheemse woorden, en in samenstellingen en afleidingen
met die woorden.

zee - zeevis - overzees - overzeese, twee - tweeling - tweetjes
- tweeën, Heverlee - Heverlees - Heverleese

Schrijf de lange klinker /ee/ dubbel in afleidingen op
-eeën, -eeër, -ees van uitheemse woorden die geen
grondwoord op /ee/ hebben.

Europeeër - Europees, farizeeën - farizeeër - farizees,
Pyreneeën - Pyrenees

MAAR: Schrijf de lange klinker /ee/ in deze woorden
met een enkel teken in de verbogen vorm op -ese en in
de afleidingen op -isme en -isch. . 4

Europese, farizese - farizeïsch - farizeïsme, Pyrenese

Schrijf de lange klinker /oo/ altijd dubbel voor de
medeklinker ch, ook in een open lettergreep.

goochelaar, loochenen

Schrijf de lange klinker /uu/ altijd enkel voor de medeklinker
w, ook in een gesloten lettergreep.

afschuw - afschuwelijk, schaduw - schaduwen

Schrijf de lange klinkers /aa/, /oo/, /ee/, /uu/ dubbel in
de lettergreep voor de achtervoegsels -aard, -aardig
en -achtig. We beschouwen die lettergreep als een gesloten
lettergreep.

• wreedaard - wreed·aard, boosaardig - boos·aardig,
geelachtig - geel·achtig

• maar: hovaardig (gevormd met -vaardig)

 

Accenttekens

We gebruiken het accent aigu (´), het accent grave (`) en het
accent circonflexe (ˆ) op klinkertekens in woorden van Franse
oorsprong.

Schrijf geen accenttekens in Franse woorden die in het
Nederlands gebruikelijk zijn geworden.

assemblee, bohemien, condoleance, controle, dedain,
depot, diner, hotel, invitee (vr.), matinee, prostituee (vr.),
ragout

MAAR: Behoud het accentteken op de e als dat nodig
is voor de uitspraak, en op het Franse voorzetsel à.

ampère, café, comité, defilé, enquête, etagère, invité (m.),
première, procedé, prostitué (m.), scène, twee à drie

Behoud alle accenttekens in woorden en woordgroepen
die nog echt als Frans worden aangevoeld.

à propos, belle époque, coûte que coûte, dégénéré (m.)/
dégénérée (vr.), déjà vu, délégué (m.)/déléguée (vr.), maître
d’hôtel, spécialité, tête-à-tête

Schrijf -ee- in de verkleinwoorden van Franse woorden
met de slotletter é. . 58, 244

cafeetje (café), clicheetje (cliché), prostitueetje (prostitué of
prostituee)

 

Uitspraaktekens

In een beperkt aantal woorden staan er uitspraaktekens op de e
om de juiste uitspraak aan te geven. De é staat voor /ee/: hé. De è
staat voor /è/: hè, bèta, blèren, blèten.

Schrijf geen uitspraakteken op een hoofdletter.

Eén rekening voor elke klant. Schrijf in het telwoord een uitspraaktekens als het in
een gegeven context ook als lidwoord gelezen kan
worden. Schrijf alleen uitspraaktekens als die een verkeerde
lezing voorkomen.

met uitspraaktekens

Hij heeft nog één rekening te betalen. (naast: Hij heeft nog
een rekening te betalen.) - Hij heeft zich aan meer dan één
overtreding schuldig gemaakt. (naast: Hij heeft zich aan
meer dan een overtreding schuldig gemaakt, het is een
misdrijf.)

zonder uitspraaktekens

een en ander, eenmaal, eenmeifeest, een of meer,
een-op-eenrelatie

 

Klemtoonteken

We gebruiken het klemtoonteken (´) op klinkertekens om een
sterke nadruk op een woord weer te geven (dat is dé oplossing) of
om een woord in een bepaalde context met de juiste klemtoon
te lezen.

Schrijf klemtoontekens op de eerste twee letters als u
een klinker of tweeklank met twee of meer letters wilt
beklemtonen. Bij de ij vervalt het tweede klemtoonteken
meestal door technische beperkingen.

dóén, n.éuwe, bl.jven

Schrijf geen klemtoonteken op een hoofdletter.

Iédereen is aanwezig.

Schrijf klemtoontekens als een woord in een gegeven
context met twee verschillende klemtonen gelezen
kan worden. Schrijf alleen klemtoontekens als die een
verkeerde lezing voorkomen.

We zullen met deze nieuwe machine nooit méér adressen
kunnen afdrukken. (naast: We zullen met deze nieuwe machine
nooit meer adressen kunnen afdrukken.) - Er ligt een
boek vóór jou. (naast: Er ligt een boek voor jou.)