B. Yeats– The Leaders of the Crowd
The Leaders of the Crowd
They must to keep their certainty accuse
All that are different of a base intent;
Pull down established honour; hawk for news
Whatever their loose fantasy invent
And murmur it with bated breath, as though
The abounding gutter had been Helicon
Or calumny a song. How can they know
Truth flourishes where the student’s lamp has shone,
And there alone, that have no Solitude?
So the crowd come they care not what may come.
They have loud music, hope every day renewed
And heartier loves; that lamp is from the tomb.
1921
Vertaling A. Roland Holst- Volksleiders
Zij moeten om zeker van hun zaak te blijven
voor laag uitmaken elk die anders is,
gevestigde eer neersleuren, overdrijven
waar ook hun los bedenksel nieuws uit grist,
en ’t onderadems mompelen als ware
’t riool dat overloopt een Helikon
en laster zang. Hoe zouden, dat het ware
bloeit bij de lamp des vorschers, en daar alleen
zij weten, zijnde zonder eenzaamheid?
Als ’t volk maar meekomt heeft de rest geen nood.
Hoop, liefdes, dag aan dag vernieuwd, en luid
speelt hun muziek; die lamp is van den dood.
Ramsey Nasr
ik wou dat ik twee burgers was (dan kon ik samenleven)
en dit is mijn gedicht, komt u binnen
let niet op de galm, wees niet bang
laat ons beginnen in leegte
welkom in mijn krater van licht
ooit kwamen wij samen, u en ik, weet u nog
koel leefden wij op in de glans van een roemer
onze schaduwen als helder kristal
onze roem even terloops als de lichtval
op de brief van een windstille vrouw
goudbestoft waren wij
bleek, bijna doorschijnend van liefde waren wij
wij loken de ogen voor de ander
en wij hielden van boetedoen
vroeg iemand hoe het met ons ging
dan zeiden we naar waarheid
we schamen ons kapot, meneer
wij waren er heilig van overtuigd
dat wij ooit onze bloedeigen heer
zelf met gesels ineengeslagen
en op eigen houtje gekruisigd hadden
de apocalyps stond bij voorbaat
als straf op ons netvlies gebrand
en wat is er gebeurd in die paar eeuwen
dat wij even de andere kant opkeken?
ik wilde u graag een vaderland tonen
vormvast, zuiver en met volgehouden metaforen
een gedicht kneden over ons, maar toen ik begon
moest ik toezien hoe hier het ene volk
het andere spontaan begon te vagen
als twee onverenigbare republieken
hoe kwamen wij zo snel van nietig tot lomp
van weerschijn tot alomaanwezige schreeuwhomp?
hoe kon uit zuinige rupsen dit hummervolk opstaan?
ze zeggen: omdat god verdween - onze vader
had besloten nog wat onzichtbaarder te worden
dan hij al was, kijken of dat kon, nee dat kon niet
weg was god
en in dit stilleven met grote afwezige
stonden nu de verbijsterde nederlanden
hun monden nog vol van vergankelijkheid
vol wuftheid en alom gewaardeerd doodsverlangen
al hun ijdelheid was ijdelheid gebleken
al hun schijn, hun gekoesterde slijk, heel dit spiegelpaleis
dat men ooit voor oneindigheid hield
werd nu voorgoed onbewoonbaar verklaard
je hoorde de rijp op hun zielen kraken
en uit dat gat – daar werden wij geboren
kevin, ramsey, dunya, dagmar, roman en charity
als bij toverslag kwamen wij tevoorschijn
bungeejumpend, met oranje opblaashamers
gillend en krijsend en antidepressief
of zwijgend voor een breezer gegangbangd
welkom in nederland vakantieland
ja dat krijg je ervan, dit volk houdt men over
wanneer je de schuld uit ons lijf ramt
we vullen de holte met glimmende leegte
tussen psalmenzangers en pillenslikkers
tussen het goud en het blingbling
vond ik een land dat werd opgeheven
dit land is de wraak van de voorvaderen
als een beeldenstorm razen zij in ons voort
maar het bestaat – zoals ook het verband
tussen kinderstring en boerka bestaat
tussen karnemelk en comazuipen: hol en bol
schuiven wij onze eeuwen ineen
elkaar opheffen is onze kracht
wij streven van nature naar leegte
zoals een cycloop naar diepte snakt
ziet u, een vaderland wilde ik u tonen
niet deze woestijn van oneindige vrijheid
maar hier wonen wij, en hoe mooi zou het zijn
als iemand ooit als een tweedehands godheid
rijm voor rijm een land zou bouwen
voor dit volk dat zijn volk mist
hier, in de open kuil van onze ziel
juist hier zou iets groots kunnen worden verricht
laat ons beginnen met een gedicht
Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden
zoals storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in zijn kop krijgt
zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud
zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die een sigaret aansteekt
zoals liefde met een blik
een aanraking iets dat je opvalt in een stem
jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet
en dan die vraag aan een ander stellen
Remco Campert
Herman Gorter schreef socialistische verzen, maar erkende dat de pure schoonheid van poëzie moeilijk te verenigen was met de idealen van de arbeidersbeweging.
De arbeidersklasse danst een groote reidans
aan de oceaan der wereld, zooals kindren
die men 's avonds op strandmuur bij de zee,
bij het geel licht der lantarens en 't licht
der zon, ziet huppelen op muziek. Hun lichte
dunne gestaltetjes dragen al dansend
hoop en gedachten gaand op de oceaan,
gaand in den hemel, gaand diep in de aarde -
zoo danst de arbeidersklasse aan de zee.
Hoop en verwachting stroomt hun van de zee,
hoop en verwachting straalt van uit de lucht,
hoop en verwachting rijst van uit de aard.
Hoe klinkt nu alles helder, 't aard-metaal
klinkt, en de lucht is sonoor, 't handgeklap
van mannen en vrouwen volgt op breeden zwaai
van armen door de zachte helle lucht.
Jongens en meisjes stuiven om hen heen.
Dezen zullen 't beleven dat de lichte
lichamen der menschen overal dansen
in vrijheid.
De arbeidersklasse danst een groote reidans
aan de oceaan.
Herman Gorter, Uit: Verzen, 1905
In de tijd van de Vietnamoorlog schreef Lennaert Nijgh de tekst van een door Boudewijn de Groot gezongen protestlied.
Mijnheer de president
Mijnheer de president, welterusten.
Slaap maar lekker in je mooie witte huis.
Denk maar niet te veel aan al die verre kusten
Waar uw jongens zitten, eenzaam, ver van thuis.
Denk vooral niet aan die zesenveertig doden,
Die vergissing laatst met dat bombardement.
En vergeet het vierde van die tien geboden
Die u als goed christen zeker kent.
Denk maar niet aan al die jonge frontsoldaten
Eenzaam stervend in de verre tropennacht.
Laat die weke pacifistenkliek maar praten,
Mijnheer de president, slaap zacht.
Droom maar van de overwinning en de zege,
Droom maar van uw mooie vredesideaal
Dat nog nooit door bloedig moorden is verkregen,
Droom maar dat het u wel lukken zal dit maal.
Denk maar niet aan al die mensen die verrekken,
Hoeveel vrouwen, hoeveel kinderen zijn vermoord.
Droom maar dat u aan het langste eind zult trekken
En geloof van al die tegenstand geen woord.
Bajonetten met bloedige gevesten
Houden ver van hier op uw bevel de wacht
Voor de glorie en de eer van het vrije westen.
Mijnheer de president, slaap zacht.
Schrik maar niet te erg wanneer u in uw dromen
Al die schuldeloze slachtoffers ziet staan
Die daarginds bij het gevecht zijn omgekomen
En u vragen hoe lang dit nog zo moet gaan.
En u zult toch ook zo langzaamaan wel weten
Dat er mensen zijn die ziek zijn van geweld,
Die het bloed en de ellende niet vergeten
En voor wie nog steeds een mensenleven telt.
Droom maar niet te veel van al die dode mensen,
Droom maar fijn van overwinning en van macht.
Denk maar niet aan al die vredeswensen.
Mijnheer de president, slaap zacht.
Lennaert Nijgh
Lucebert, dichter en schilder, was fel gekant tegen de politionele acties van Nederland in Indonesië.
Bekend is zijn Minnebrief aan onze gemartelde bruid Indonesia.
Gorter schreef eerder het impressionistische gedicht Mei.
Een heel andere kijk op de democratie komt van Gerard Reve, volksschrijver.
Getuigenis
Ze willen dat ik schrijf
voor de vooruitgang.
Maar ik kan niet schrijven zoals zij,
al stam ik van hen af.
Ik moet de wijken van het volk in
en mijn oor te luisteren leggen:
zo hoor je nog eens wat.
Wat wil het volk?
Niet veel goeds, dat is zeker.
Dus ga ik de straat op,
met mijn eigen vaandel
waarop geschreven staat:
Vrijheid! Ziekte! Ouderdom!
Lang leve de Dood!
Gerard Reve