Spelling Basisbegrippen

Basisbegrippen

Klanken en lettergrepen

• Klinkers zijn de klanken die gespeld worden met de lettertekens a, e, i, o en u, en de combinaties daarvan die geen tweeklank
vormen. Ook de y is een klinker als die de klank /i/ weergeeft. Een klinker is kort in bal, bel, bil, bol, bul. Een klinker is lang in baan,
been, biet, boon, buur, boek, beul.

• Tweeklanken zijn de klanken die gespeld worden met de lettertekens au en ou (gauw, gouw), ei en ij (leiden, lijden), en ui (tuin).
Ook de klanken die met de lettertekens ai (bonsai), oi (ahoi), aai (maai), ooi (mooi) en oei (groei) gespeld worden, beschouwen we
als tweeklanken.

• Medeklinkers zijn de klanken die gespeld worden met de lettertekens b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x en z, en de combinaties
ch, ng, s en th. Ook de y is een medeklinker als die de klank /j/ weergeeft.

• Lettergrepen zijn de klankgroepen die we onderscheiden als we een woord scanderend uitspreken (keu·ken·ta·fel, ge·slo·ten).
Een lettergreep is open als die op een lange klinker of een tweeklank eindigt, en gesloten als die op een medeklinker eindigt.

Woordvormen

• Vervoeging is de vormverandering die nodig is om een werkwoord in een zin te laten passen. We doen dat voornamelijk door
aan de stam van het werkwoord een uitgang toe te voegen (bijvoorbeeld in de zin ‘Zij wandelden gisteren in het park’ voegen
we aan de stam wandel van het werkwoord wandelen de uitgang -den toe).

• Verbuiging is de vormverandering die nodig is om een zelfstandig naamwoord (tafel/tafels), een voornaamwoord (ons/onze),
een bijvoeglijk naamwoord (groot/grote) en soms ook een bijwoord (vaak/vaker) bij andere woorden te laten passen. We doen
dat door aan het grondwoord een uitgang toe te voegen.

• Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee of meer grondwoorden of delen (keukentafel; groeneamandelboom =
boom waaraan groene amandelen groeien). Elk deel van de samenstelling bestaat ook als afzonderlijk woord (keuken en tafel;
groene, amandel en boom).

• Een afleiding is een woord dat bestaat uit een grondwoord en een of meer voor- of achtervoegsels (onschuldig). Het grondwoord
is het deel van de afleiding dat ook als afzonderlijk woord bestaat (schuld). De voor- en achtervoegsels zijn de delen die
niet als afzonderlijk woord bestaan (on- en -ig).

• Een ongeleed woord is een woord waarin geen enkele samenstelling of afleiding (meer) te onderscheiden is (tafel, trap, ladder,
schuld).

• Een samenkoppeling is een combinatie van twee of meer woorden die vaak samen voorkomen en daardoor een vaste verbinding
zijn gaan vormen (een kruidje-roer-me-niet).

• Een woordgroep is een opeenvolging van woorden die bij elkaar horen, maar geen samenstelling, afleiding of samenkoppeling
vormen (een heel mooi boek; een groene amandelboom = een amandelboom die groen is).

Zelfstandige naamwoorden

• Een soortnaam is een woord waarmee verwezen wordt naar een persoon, dier, plaats, instelling, merk, zaak of tijdstip door de
soort te noemen waartoe een bepaald individu of exemplaar behoort. De meeste soortnamen kunnen voorafgegaan worden
door het onbepaald lidwoord een (een mens, tafel, rechtbank, hond).

• Een eigennaam is de officiële naam waarmee men verwijst naar een unieke persoon, plaats, zaak, instelling, een merk of een
historische gebeurtenis (Hugo Claus, Amsterdam, Raad van State, Coca-Cola, Tweede Wereldoorlog).

Afkortingen

• Een echte afkorting is een verkorte vorm die wordt uitgesproken zoals het woord of de groep woorden waarvoor de afkorting
voluit staat (bijvoorbeeld d.w.z. voor dat wil zeggen).

• Een symbool is een genormeerde notatie van een wetenschappelijk begrip, een eenheid of een valuta (bijvoorbeeld km
voor kilometer, € voor euro). Symbolen worden uitgesproken als de woorden waarvoor ze staan.

• Een initiaalwoord is een verkorte vorm die uit de beginletters van woorden is samengesteld en letter voor letter wordt
uitgesproken (bijvoorbeeld pc /peesee/ voor personal computer, EU /ee uu/ voor Europese Unie).

• Een letterwoord is een verkorte vorm die uit de beginletters van woorden is samengesteld en als een gewoon woord wordt
uitgesproken (bijvoorbeeld aids /eets/ voor acquired immune deficiency syndrome).

• Een verkorting is een verkorte vorm die uit een of meer (delen van) lettergrepen is samengesteld (bijvoorbeeld hifi voor high
fidelity, info voor informatie). Verkortingen worden als gewone woorden uitgesproken.